Er zijn veel verschillende soorten en kenmerken van bloembollen. Niet elke bol kan koude temperaturen verdragen. Sommige kunnen zonder problemen de winter in de grond blijven en zullen het volgende jaar weer bloeien, andere overleven de winter in de grond niet en weer andere vermenigvuldigen zich zelfs van jaar tot jaar. Maar wat is nu precies het verschil en welke bloembollen behoren tot welke categorie?
Niet winterharde bloembollen – zomerbloeiende bloembollen
Zomerbloeiende bloembollen en-knollen zijn over het algemeen niet winterhard. Zoals Dahlia’s, Gladiolen, Begonias of canna indica. Bloembollen, die niet winterhard zijn, worden pas na ijsheiligen (in mei) geplant, omdat ze niet tegen vorst kunnen. Deze bollen en knollen bloeien in de zomer en herfst. Na de bloei kunnen deze nog even in de grond blijven. Als je de deze bollen en knollen wil bewaren om het volgende jaar opnieuw te planten moeten ze voordat de eerste nachtvorst zich aandient uit de grond gehaald worden. Bollen en knollen moeten hierna gedroogd worden en daarna vorstvrij en droog opgeslagen worden. Knollen en planten kunnen het beste met een beetje turfmolm erbij bewaard worden.
Winterharde bloembollen en knollen
Winterharde - voorjaarsbloeiende - bloembollen daarentegen kunnen na de bloei in de grond blijven zitten en het volgende voorjaar opnieuw bloeien, meestal bijna net zo mooi als in het eerste jaar. Deze bloemen voelen zich thuis op bijna elke plaats. Het enige belangrijke is dat ze jaren ongestoord kunnen groeien en zich kunnen voeden. Deze bloembollen en knollen hebben juist de winterkoude nodig om in het voorjaar weer te kunnen uitgroeien en bloeien. Tulpen kunnen in het Nederlandse klimaat goed tegen de vorst. Niet alle bloembollen zijn even winterhard. Voor Hyacinten en Narcissen wordt er aangeraden om deze in de winter af te dekken met wat bladeren. Dit zal ze beschermen tegen de ergste vorst. Direct na de voorjaarsbloei moet je de bloemen afknippen. Op die manier heeft de plant meer energie om een nieuwe bol te vormen voor het volgende voorjaar en verspilt hij zijn energie niet aan zaadvorming. Voorbeeld voor winterharde bollen: hyacinten, muscari, krokussen en tulpen.
Bloembollen voor verwildering
De derde soort voorjaarsbloeiers zijn bollen die winterhard zijn en zich van jaar tot jaar blijven voortplanten door het aangroeien van nieuwe kleine bolletjes naast de originele bol. Veel van deze bloembollen komen ook in het wild in voor. Deze zijn in Nederland in cultuur gebracht en worden nu geteeld. Net als meerjarige bollen worden ze één keer geplant en kunnen ze na de bloei in de grond blijven. Het bijzondere aan deze bollen is dat ze zich elk jaar vermenigvuldigen en meer groeipunten ontstaan, vaak wordt de bloei wel elk jaar steeds iets minder. Bedenk dus bij het planten dat je over een paar jaar meer ruimte nodig zal hebben dan in het eerste jaar van bloei. Bij deze bloembollen hoeven de bloemen na de bloei niet verwijderd te worden. De plant zal lang genoeg doorgroeien en energie hebben om het volgende jaar weer op te komen. Voorbeelden van bollen die verwilderen: sneeuwklokjes (galanthus), crocus, narcissen, scilla en botanische tulpen.
